case 1

Er is door de afdeling maandenlang gewerkt aan een nieuw Strategiedocument. Het werk zit er eindelijk op. Na maanden van intern overleg, stevige discussies en slijpen aan teksten, krijgt het concept groen licht van de management board. De interne specialisten hebben er aardig wat uren op stukgeslagen en hebben de teksten al 27 keer gelezen. De vaste flxbl eindredacteur uit de flexibele schil krijgt daarom opdracht om het document tegen te lezen en te redigeren. Maar er is weinig tijd. Dat blijkt geen probleem. De freelance eindredacteur kent de organisatie. Hij begrijpt heel goed dat hij niet de laatste schrijver moet zijn, maar de eerste lezer. Sommige stukken liggen gevoelig. De communicatieadviseur met wie hij eerder werkte heeft hem bijgepraat. Hij bijt z’n tanden erop stuk, en na een paar dagen werk ligt er een lekker leesbaar document.

 

case 2

Vanwege onderbezetting ziet de communicatieafdeling op tegen de organisatie en de productie van het jaarverslag. De afdeling kan het er eigenlijk niet bij hebben, maar is wel verantwoordelijk. Een senior eindredacteur van flxbl, met veel jaarverslag-ervaring, wordt ingevlogen om de productie te begeleiden. En dat is maar goed ook. De opdracht wordt twee keer verlengd. De interne reorganisatie eist ook op andere afdelingen z’n tol. Meer dan vorig jaar moeten afdelingen worden aangespoord om mee te werken. Omdat er een freelancer op zit, brengt het jaarverslag de andere projecten van de afdeling Communicatie niet in gevaar. Binnenkort evalueert Ineke Lantinga, de directeur van flxbl, met het hoofd Communicatie. Wat zijn de leerpunten, hoe borgen we de kennis en hoe gaan we volgend jaar met het jaarverslag om?